Richtere 9:45

45 Voorts streed Abimelech tegen de stad dienzelven gansen dag, en nam de stad in, en doodde het volk, dat daarin was; en hij brak de stad af, en bezaaide haar met zout.

Richtere 9:45 Meaning and Commentary

Judges 9:45

And Abimelech fought against the city all that day
By throwing stones or arrows into it:

and he took the city;
it was surrendered to him, not being able to stand out against his forces:

and slew the people that was therein;
all but those that were of his own family and his friends; all that had taken up arms against him, or had shown their dislike of his government, and were his enemies:

and beat down the city;
the houses in it, and walls of it, though it was his native place:

and sowed it with salt;
not to make it barren, for he would rather then have sowed the field, though this would not have had any effect of that kind, for any time at least; but to show his detestation of it, because of the ill usage he had met with, and as a token of its perpetual destruction, to which he devoted it, determining that if it was in his power it should never be rebuilt; but it was hereafter, and became again a very flourishing city in Jeroboam's time. Thus the Emperor Frederic Barbarossa, in the year 1162, when he took Milan, not only ploughed it up, but sowed it with salt; and in memory of it there is a street in it, now called "la contrada della Sala" F14: besides, Abimelech did this to deter other cities from rebelling against him; for if he so used his own city, more severely, if possible, would he use others.


FOOTNOTES:

F14 Sigonius de regn. Ital. l. 13, & 14.

Richtere 9:45 In-Context

43 Toen nam hij het volk, en deelde hen in drie hopen, en hij legde lagen in het veld; en hij zag toe, en ziet, het volk trok uit de stad, zo maakte hij zich tegen hen op, en sloeg hen.
44 Want Abimelech en de hopen, die bij hem waren, overvielen hen, en bleven staan aan de deur der stadspoort; en de twee andere hopen overvielen allen, die in het veld waren, en sloegen hen.
45 Voorts streed Abimelech tegen de stad dienzelven gansen dag, en nam de stad in, en doodde het volk, dat daarin was; en hij brak de stad af, en bezaaide haar met zout.
46 Als alle burgers des torens van Sichem dat hoorden, zo gingen zij in de sterkte, in het huis van den god Berith.
47 En het werd Abimelech aangezegd, dat alle burgeren des torens van Sichem zich verzameld hadden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.