Richtere 9:44

44 Want Abimelech en de hopen, die bij hem waren, overvielen hen, en bleven staan aan de deur der stadspoort; en de twee andere hopen overvielen allen, die in het veld waren, en sloegen hen.

Richtere 9:44 Meaning and Commentary

Judges 9:44

And Abimelech, and the company that was with him
Which he had the particular command of; or "the heads" F13, for in the company with him, as Kimchi observes, were great men; and so the Septuagint renders it, the princes that were with him:

rushed forward, and stood in the entering of the gate of the city;
to prevent the people that were in the field getting into it, and any from coming out of it to their relief:

and the two other companies ran upon all the people that were in the
fields, and slew them;
so that by this means none escaped.


FOOTNOTES:

F13 (Myvarhw) "et capita", Pagninus, Montanus, Drusius; "et principes", Vatablus.

Richtere 9:44 In-Context

42 En het geschiedde des anderen daags dat het volk uittrok in het veld, en zij zeiden het Abimelech aan.
43 Toen nam hij het volk, en deelde hen in drie hopen, en hij legde lagen in het veld; en hij zag toe, en ziet, het volk trok uit de stad, zo maakte hij zich tegen hen op, en sloeg hen.
44 Want Abimelech en de hopen, die bij hem waren, overvielen hen, en bleven staan aan de deur der stadspoort; en de twee andere hopen overvielen allen, die in het veld waren, en sloegen hen.
45 Voorts streed Abimelech tegen de stad dienzelven gansen dag, en nam de stad in, en doodde het volk, dat daarin was; en hij brak de stad af, en bezaaide haar met zout.
46 Als alle burgers des torens van Sichem dat hoorden, zo gingen zij in de sterkte, in het huis van den god Berith.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.