Romeinen 2:10

10 Maar heerlijkheid, en eer, en vrede een iegelijk, die het goede werkt, eerst den Jood, en ook den Griek.

Romeinen 2:10 Meaning and Commentary

Romans 2:10

But glory, honour, and peace
Which are so many words for the everlasting happiness of the saints; which is a "crown of glory that fadeth not away" (( 1 Peter 5:4 ) ); an honour exceeding that of the greatest potentates upon earth, since such that enjoy it will be kings and priests, and sit with Christ on his throne to all eternity; and is a peace that passes all understanding: all which will be rendered

to every man that doth good, to the Jew first, and also to the
Gentile;
which none without Christ, and his grace, and by the strength of nature, does, or can do; not that good works are causes of salvation, but are testimonies of faith, and fruits of grace, with which salvation is connected, whether they be found in Jews or Gentiles; for neither grace nor salvation are peculiar to any nation, or set of people.

Romeinen 2:10 In-Context

8 Maar dengenen, die twistgierig zijn, en die der waarheid ongehoorzaam, doch der ongerechtigheid gehoorzaam zijn, zal verbolgenheid en toorn vergolden worden;
9 Verdrukking en benauwdheid over alle ziel des mensen, die het kwade werkt, eerst van den Jood, en ook van den Griek;
10 Maar heerlijkheid, en eer, en vrede een iegelijk, die het goede werkt, eerst den Jood, en ook den Griek.
11 Want er is geen aanneming des persoons bij God.
12 Want zovelen, als er zonder wet gezondigd hebben, zullen ook zonder wet verloren gaan; en zovelen, als er onder de wet gezondigd hebben, zullen door de wet geoordeeld worden;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.