Spreuken 25:21

21 Indien dengene, die u haat, hongert, geef hem brood te eten; en zo hij dorstig is, geef hem water te drinken;

Spreuken 25:21 Meaning and Commentary

Proverbs 25:21

If thine enemy be hungry, give him bread to eat
Which includes all manner of food; whatever persons may have in their houses, that they should bring out and feed the hungry with, even though an enemy; and if he be thirsty, give him water to drink;
which was what was usually and in common drank in those countries. These two, bread and water, take in all the necessaries of life; and giving them is expressive of all acts of beneficence and humanity to be performed to enemies; see ( 2 Kings 6:22 ) ; or "drink to him", so Pagninus and Montanus; which is still more expressive of respect and kindness.

Spreuken 25:21 In-Context

19 Het vertrouwen op een trouweloze, ten dage der benauwdheid, is als een gebroken tand en verstuikte voet.
20 Die liederen zingt bij een treurig hart, is gelijk hij, die een kleed aflegt ten dage der koude, en edik op salpeter.
21 Indien dengene, die u haat, hongert, geef hem brood te eten; en zo hij dorstig is, geef hem water te drinken;
22 Want gij zult vurige kolen op zijn hoofd hopen, en de HEERE zal het u vergelden.
23 De noordenwind verdrijft den regen, en een vergramd aangezicht de verborgen tong.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.