Zacharia 13:5

5 Maar hij zal zeggen: Ik ben geen profeet, ik ben een man, die het land bouwt; want een mens heeft mij daartoe geworven van mijn jeugd aan.

Zacharia 13:5 Meaning and Commentary

Zechariah 13:5

But he shall say, I [am] no prophet
That he is not of the Romish clergy, or of any of their religious orders, having laid aside his habit: I [am] an husbandman;
he shall put on the habit of a husbandman, and work for his bread; for he will not be able to support himself, as before, with the sale of pardons and indulgences, and by praying souls out of purgatory; for no man hereafter will buy of his merchandise, ( Revelation 18:11 ) and he will be ashamed of his former calling and traffic, and will not own that he was ever concerned therein; but will affirm that he was never of the Romish clergy, but always a layman, and employed in husbandry: for man taught me to keep cattle from my youth;
he will say he was brought up to husbandry, or in some mechanic business, from his youth, and never was in any convent or monastery, or of any religious order: it may be rendered, "for man made me to work from my youth" F21; and is not to be restrained to keeping cattle, or any particular employment.


FOOTNOTES:

F21 (ynnqh) "fecerunt me operari", Noldius; "homo operari fecit me", De Dieu, Burkius.

Zacharia 13:5 In-Context

3 En het zal geschieden, wanneer iemand meer profeteert, dat zijn vader en zijn moeder, die hem gegenereerd hebben, tot hem zullen zeggen: Gij zult niet leven, dewijl gij valsheid gesproken hebt in den Naam des HEEREN; en zijn vader en zijn moeder, die hem gegenereerd hebben, zullen hem doorsteken, wanneer hij profeteert.
4 En het zal geschieden te dien dage, dat die profeten beschaamd zullen worden, een iegelijk van wege zijn gezicht, wanneer hij profeteert; en zij zullen geen haren mantel aandoen, om te liegen;
5 Maar hij zal zeggen: Ik ben geen profeet, ik ben een man, die het land bouwt; want een mens heeft mij daartoe geworven van mijn jeugd aan.
6 En zo iemand tot hem zegt: Wat zijn deze wonden in uw handen? zo zal hij zeggen: Het zijn de wonden, waarmede ik geslagen ben, in het huis mijner liefhebbers.
7 Zwaard! ontwaak tegen Mijn Herder, en tegen den Man, Die Mijn Metgezel is, spreekt de HEERE der heirscharen; sla dien Herder, en de schapen zullen verstrooid worden; maar Ik zal Mijn hand tot de kleinen wenden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.