1 Kronieken 6:33

33 Dezen nu zijn ze, die daar stonden met hun zonen; van de zonen der Kahathieten, Heman de zanger, de zoon van Joel, den zoon van Samuel,

1 Kronieken 6:33 Meaning and Commentary

Ver. 33-38. And these are they that waited with their children,
&c.] They and their posterity, who officiated in the service of singing psalms in the sanctuary: the three heads of them were of the three families of the Levites, as follow:

of the sons of the Kohathites, Heman a singer;
the chief of the singers, and who composed psalms and hymns, which are in the book of Psalms:

the son of Joel, the son of Shemuel;
or Samuel. This Heman was grandson of Samuel the prophet; for whose sake his genealogy is traced up to Jacob or Israel in the following verses, and stands thus; after Samuel, Elkanah, Jeroham, Eliel, Toah, Zuph, Elkanah, Mahath, Amasai, Elkanah, Joel, Azariah, Zephaniah, Tahath, Assir, Ebiasaph, Korah, Izhar, Kohath, Levi, Israel.

1 Kronieken 6:33 In-Context

31 Dezen nu zijn het, die David gesteld heeft tot het ambt des gezangs in het huis des HEEREN, nadat de ark tot rust gekomen was.

32 En zij dienden voor den tabernakel van de tent der samenkomst met gezangen, totdat Salomo het huis des HEEREN te Jeruzalem bouwde; en zij stonden naar hun wijze in hun ambt.

33 Dezen nu zijn ze, die daar stonden met hun zonen; van de zonen der Kahathieten, Heman de zanger, de zoon van Joel, den zoon van Samuel,

34 Den zoon van Elkana, den zoon van Jeroham, den zoon van Eliel, den zoon van Toah,

35 Den zoon van Zuf, den zoon van Elkana, den zoon van Mahath, den zoon van Amasai,