Deuteronomium 28:27

27 De HEERE zal u slaan met zweren van Egypte, en met spenen, en met droge schurft, en met krauwsel, waarvan gij niet zult kunnen genezen worden.

Deuteronomium 28:27 Meaning and Commentary

Deuteronomy 28:27

The Lord will smite thee with the botch of Egypt
Which some understand of the leprosy, Of that sort of it called "elephantiasis", frequent among the Egyptians; (See Gill on Leviticus 13:2). Thevenot ^F9 relates, that when the time of the increase of the Nile expires, the Egyptians are attended with sharp prickings in their skin like needles. So Vansleb says ^F11,

``the waters of the Nile cause an itch in the skin, which troubles such as drink of them when the river increases. This itch is very small, and appears first about the arms, next upon the stomach, and spreads all about the body, which causes a grievous pain; and not only the river water, but that out of the cisterns drank of, brings it, and it lasts about six weeks.''

Though some take this botch to be the botch and blain which the Egyptians were plagued with for refusing to let Israel go, ( Exodus 9:9 Exodus 9:10 ) ;

and with the emerods;
or haemorrhoids, the piles, a disease of the fundament, attended sometimes with ulcers there; see ( 1 Samuel 5:9 ) ;

and with the scab and with the itch:
the one moist, the other dry, and both very distressing:

whereof thou canst not be healed;
by any art of men; which shows these to be uncommon ones, and from the immediate hand of God.

---

FOOTNOTES:

F9 Apud Scheuchzer. Physic. Sacr. vol. 3. p. 426, 427.
F11 Relation of a Voyage to Egypt, p. 35, 36.

Deuteronomium 28:27 In-Context

25 De HEERE zal u geslagen geven voor het aangezicht uwer vijanden; door een weg zult gij tot hem uittrekken, en door zeven wegen zult gij voor zijn aangezicht vlieden; en gij zult van alle koninkrijken der aarde beroerd worden.

26 En uw dood lichaam zal aan alle gevogelte des hemels, en aan de beesten der aarde tot spijze zijn; en niemand zal ze afschrikken.

27 De HEERE zal u slaan met zweren van Egypte, en met spenen, en met droge schurft, en met krauwsel, waarvan gij niet zult kunnen genezen worden.

28 De HEERE zal u slaan met onzinnigheid, en met blindheid, en met verbaasdheid des harten;

29 Dat gij op den middag zult omtasten, gelijk als een blinde omtast in het donkere, en uw wegen niet zult voorspoedig maken; maar gij zult alleenlijk verdrukt en beroofd zijn alle dagen, en er zal geen verlosser zijn.