1 Koningen 18:39

39 Als nu het ganse volk dat zag, zo vielen zij op hun aangezichten, en zeiden: De HEERE is God, de HEERE is God!

1 Koningen 18:39 Meaning and Commentary

1 Kings 18:39

And when all the people saw it, they fell on their faces
In reverence of God, astonished at the miracle wrought, ashamed of themselves and their sins, particularly their idolatry, that they should turn their backs on the true God, and follow idols:

and they said, the Lord, he is the God, the Lord, he is the God;
which acknowledgment of God, as the true God, in opposition to Baal, is repeated, to show their firm belief and strong assurance of it.

1 Koningen 18:39 In-Context

37 Antwoord mij, HEERE, antwoord mij; opdat dit volk erkenne, dat Gij, o HEERE, die God zijt, en dat Gij hun hart achterwaarts omgewend hebt.
38 Toen viel het vuur de HEEREN, en verteerde dat brandoffer, en dat hout, en die stenen, en dat stof, ja, lekte dat water op, hetwelk in de groeve was.
39 Als nu het ganse volk dat zag, zo vielen zij op hun aangezichten, en zeiden: De HEERE is God, de HEERE is God!
40 En Elia zeide tot hen: Grijpt de profeten van Baal, dat niemand van hen ontkome. En zij grepen ze; en Elia voerde hen af naar de beek Kison, en slachtte hen aldaar.
41 Daarna zeide Elia tot Achab: Trek op, eet en drink; want er is een geruis van een overvloedigen regen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.