1 Koningen 18:41

41 Daarna zeide Elia tot Achab: Trek op, eet en drink; want er is een geruis van een overvloedigen regen.

1 Koningen 18:41 Meaning and Commentary

1 Kings 18:41

And Elijah said unto Ahab, get thee up
From the brook and valley where the execution of the prophets had been made; either up to his chariot, or to the tent or pavilion erected on the side of the mount, where the whole scene of things was transacted;

eat and drink;
which he had no leisure for all the day, from the time of the morning sacrifice to the evening sacrifice, which was taken up in attending to the issue of the several sacrifices; but now he is bid to eat and refresh himself, and that in token of joy and gladness, as became him, both for the honour of the true God, which had been abundantly confirmed, and for the near approach of rain, of which he assures him:

for there is a sound of abundance of rain;
the wind perhaps began to rise, and blow pretty briskly, which was a sign of it ^F6; besides, according to the Tyrian annals ^F7, there were loud claps of thunder at this time, at least when the heavens became very black, as in ( 1 Kings 18:45 ) .

---

FOOTNOTES:

F6 "Fit fragor, hinc densi----nimbi", Ovid. Metamorph. l. 1. Fab. 8. v. 269.
F7 Apud Joseph, Antiqu. l. 8. c. 13. sect. 2.

1 Koningen 18:41 In-Context

39 Als nu het ganse volk dat zag, zo vielen zij op hun aangezichten, en zeiden: De HEERE is God, de HEERE is God!

40 En Elia zeide tot hen: Grijpt de profeten van Baal, dat niemand van hen ontkome. En zij grepen ze; en Elia voerde hen af naar de beek Kison, en slachtte hen aldaar.

41 Daarna zeide Elia tot Achab: Trek op, eet en drink; want er is een geruis van een overvloedigen regen.

42 Alzo toog Achab op, om te eten en te drinken; maar Elia ging op naar de hoogte van Karmel, en breidde zich uit voorwaarts ter aarde; daarna legde hij zijn aangezicht tussen zijn knieen.

43 En hij zeide tot zijn jongen: Ga nu op, en zie uit naar de zee. Toen ging hij op, en zag uit, en zeide: Er is niets. Toen zeide hij: Ga weder henen, zevenmaal.