1 Kronieken 12:7

7 En Joela en Zebadja, de zonen van Jeroham, van Gedor.

1 Kronieken 12:7 Meaning and Commentary

1 Chronicles 12:7

And Joelah, and Zebadiah, the sons of Jeroham of Gedor.
] A city in the tribe of Judah, ( Joshua 15:58 ) and might now belong to Benjamin; or this was another city of the same name in that tribe.

1 Kronieken 12:7 In-Context

5 Eluzai, en Jerimoth, en Bealja, en Semarja, en Sefatja, de Harufiet;
6 Elkana, en Jissia, en Azareel, en Joezer, en Jasobam, de Korahieten;
7 En Joela en Zebadja, de zonen van Jeroham, van Gedor.
8 Ook scheidden zich van de Gadieten af tot David, in die vesting naar de woestijn, kloeke helden, krijgslieden ten oorlog, toegerust met rondas en schild; en hun aangezichten waren aangezichten der leeuwen; en zij waren als de reeen op de bergen in snelheid.
9 Ezer was het hoofd; Obadja de tweede; Eliab de derde;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.