1 Kronieken 2:53

53 En de geslachten van Kirjath-Jearim waren de Jithrieten, en de Futhieten, en de Sumathieten, en de Misraieten; van dezen zijn uitgegaan de Zoraieten en de Esthaolieten.

1 Kronieken 2:53 Meaning and Commentary

1 Chronicles 2:53

And the families of Kirjathjearim
That dwelt there, of which Shobal was prince, and who sprung from him, are as follow:

the Ithrite, and the Puhites, and the Shumathites, and the Mishraites;
who had their names from Jether, Putha, Shumath, and Mishra, descendants of Shobal:

of them came the Zareathites, and the Eshtaulites;
that is, from the Mishraites sprung the inhabitants of Zeroth and Eshtaol, places in the tribe of Judah, ( Joshua 15:33 ) .

1 Kronieken 2:53 In-Context

51 Salma, de vader der Bethlehemieten; Haref, de vader van Beth-Gader.
52 De kinderen van Sobal, den vader van Kirjath-Jearim, waren Haroe en Hazihammenuchoth.
53 En de geslachten van Kirjath-Jearim waren de Jithrieten, en de Futhieten, en de Sumathieten, en de Misraieten; van dezen zijn uitgegaan de Zoraieten en de Esthaolieten.
54 De kinderen van Salma waren de Bethlehemieten, en de Netofathieten, Atroth, Beth-Joab, en de helft der Manathieten, en de Zorieten.
55 En de huisgezinnen der schrijvers, die te Jabes woonden, de Tirathieten, de Simeathieten, de Suchathieten; dezen zijn de Kenieten, die gekomen zijn van Hammath, den vader van het huis van Rechab.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.