1 Samuël 1:5

5 Maar aan Hanna gaf hij een aanzienlijk deel, want hij had Hanna lief; doch de HEERE had haar baarmoeder toegesloten.

1 Samuël 1:5 Meaning and Commentary

1 Samuel 1:5

But unto Hannah he gave a worthy portion
Or, one choice portion, as the Targum; the best part or portion in the peace offering, of what the priest had not; he had the breast and the right shoulder, the next best piece he gave to Hannah; and the word being of the dual number, some render it a double portion; others, "one part of two faces" ^F8; which Jerom interprets, which might be received with a cheerful countenance, it was so good and excellent in its kind; others interpret it that he gave it with a sorrowful ^F9 and displeased countenance, because of the reason following, that she had no children; but Ben Gersom understands it of a part or portion of meat that had two faces or appearances; that he gave her one of the pieces, one part of which was very fat, and the other had no fat on it, so that she might choose what she liked best:

for he loved Hannah;
loved her best, and therefore did everything to please her, and make her comfortable under her affliction for want of children, and to express his tender affection for her:

but the Lord had shut up her womb;
restrained her from conception, and bearing children; see ( Genesis 20:18 ) or "though the Lord had shut up her womb" ^F11; this did not abate his love to her.

---

FOOTNOTES:

F8 (Mypa txa hnm) "unam portionem duarum facicrum", Sanctius Belgae.
F9 Sic Stockins, p. 79.
F11 (hwhyw) "quanquam Jehovah", Piscator.

1 Samuël 1:5 In-Context

3 Deze man nu ging opwaarts uit zijn stad van jaar tot jaar om te aanbidden, en om te offeren den HEERE der heirscharen te Silo; en aldaar waren priesters des HEEREN, Hofni, en Pinehas, de twee zonen van Eli.

4 En het geschiedde op dien dag, als Elkana offerde, zo gaf hij aan Peninna, zijn huisvrouw, en aan al haar zonen en haar dochteren, delen.

5 Maar aan Hanna gaf hij een aanzienlijk deel, want hij had Hanna lief; doch de HEERE had haar baarmoeder toegesloten.

6 En haar tegenpartijdige tergde haar ook met terging, om haar te vergrimmen, omdat de HEERE haar baarmoeder toegesloten had.

7 En alzo deed hij jaar op jaar; van dat zij opging tot het huis des HEEREN, zo tergde zij haar alzo; daarom weende zij en at niet.