1 Samuël 1:7

7 En alzo deed hij jaar op jaar; van dat zij opging tot het huis des HEEREN, zo tergde zij haar alzo; daarom weende zij en at niet.

1 Samuël 1:7 Meaning and Commentary

1 Samuel 1:7

And as he did so year by year
Elkanah went up every year to Shiloh, and offered sacrifices, taking his family with him, and gave to Peninnah and her children their portion, and to Hannah a double portion, or if but one yet the best:

when she went up to the house of the Lord;
that is, Peninnah, along with her husband, with whom she went every year to the tabernacle at Shiloh:

so she provoked her;
her rival Hannah, upbraiding her with her barrenness; to which she was stirred up by seeing her husband on these festivals take so much notice of her, and show so much love and respect for her, as always to give her the best portion. Abarbinel thinks that Peninnah and Hannah lived at two separate places, the one at Ramah and the other at Ramatha, which both together are called Ramathaim; and that they only met with and saw one another at these festivals, and then it was that the one was so very insulting and provoking to the other:

therefore she wept and did not eat;
that is, Hannah wept at the insults, reproaches, and scoffs, cast at her by her antagonist; insomuch that she could not eat of the peace offerings, though her husband always gave her the best part and portion of them; but her grief took away her stomach and appetite, that she could not eat; see ( Psalms 42:3 ) .

1 Samuël 1:7 In-Context

5 Maar aan Hanna gaf hij een aanzienlijk deel, want hij had Hanna lief; doch de HEERE had haar baarmoeder toegesloten.

6 En haar tegenpartijdige tergde haar ook met terging, om haar te vergrimmen, omdat de HEERE haar baarmoeder toegesloten had.

7 En alzo deed hij jaar op jaar; van dat zij opging tot het huis des HEEREN, zo tergde zij haar alzo; daarom weende zij en at niet.

8 Toen zeide Elkana, haar man: Hanna, waarom weent gij, en waarom eet gij niet, en waarom is uw hart kwalijk gesteld? Ben ik u niet beter dan tien zonen?

9 Toen stond Hanna op, nadat hij gegeten, en nadat hij gedronken had te Silo. En Eli, de priester, zat op een stoel bij een post van den tempel des HEEREN.