1 Samuël 14:17

17 Toen zeide Saul tot het volk, dat bij hem was: Telt toch, en beziet, wie van ons weggegaan zijn. En zij telden, en ziet, Jonathan en zijn wapendrager waren daar niet.

1 Samuël 14:17 Meaning and Commentary

1 Samuel 14:17

Then said Saul unto the people that were with him
To some of the officers, particularly the muster master;

number now, and see who is gone from us:
for he concluded that this agitation and confusion in the host of the Philistines were occasioned by an enterprise of some of his men, who by some stratagem or another had thrown them into this disorder:

and when they had numbered:
which was soon done, being but six hundred men in all:

behold, Jonathan and his armourbearer were not there;
from whence it might be inferred, that this commotion the Philistines were in was occasioned by an onset of theirs on the outer guards or sentinels of their garrison or army, which had alarmed them.

1 Samuël 14:17 In-Context

15 En er was een beving in het leger, op het veld en onder het ganse volk; de bezetting en de verdervers beefden ook zelven; ja, het land werd beroerd, want het was een beving Gods.
16 Als nu de wachters van Saul te Gibea-Benjamins zagen, dat, ziet, de menigte versmolt, en doorging, en geklopt werd;
17 Toen zeide Saul tot het volk, dat bij hem was: Telt toch, en beziet, wie van ons weggegaan zijn. En zij telden, en ziet, Jonathan en zijn wapendrager waren daar niet.
18 Toen zeide Saul tot Ahia: Breng de ark Gods herwaarts. Want de ark Gods was te dien dage bij de kinderen Israels.
19 En het geschiedde, toen Saul nog tot den priester sprak, dat het rumoer, hetwelk in der Filistijnen leger was, zeer toenam en vermenigvuldigde; zo zeide Saul tot den priester: Haal uw hand in.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.