2 Koningen 10:28

28 Alzo verdelgde Jehu Baal uit Israel.

2 Koningen 10:28 Meaning and Commentary

2 Kings 10:28

Thus Jehu destroyed Baal out of Israel.
] His images and temples being served thus in all places, throughout the land of Israel, where there were any.

2 Koningen 10:28 In-Context

26 En zij brachten de opgerichte beelden uit het huis van Baal, en verbrandden ze.
27 Zij braken ook het opgerichte beeld van Baal af; daartoe braken zij het huis van Baal af, en maakten dat tot heimelijke gemakken, tot op dezen dag.
28 Alzo verdelgde Jehu Baal uit Israel.
29 Maar van de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israel zondigen deed, na te volgen, week Jehu niet af, te weten, van de gouden kalveren, die te Beth-El en die te Dan waren.
30 De HEERE dan zeide tot Jehu: Daarom dat gij welgedaan hebt, doende wat recht is in Mijn ogen, en hebt aan het huis van Achab gedaan, naar alles, wat in Mijn hart was, zullen u zonen tot het vierde gelid op den troon van Israel zitten.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.