2 Koningen 4:21

21 En zij ging op, en legde hem op het bed van den man Gods; daarna sloot zij voor hem toe, en ging uit.

2 Koningen 4:21 Meaning and Commentary

2 Kings 4:21

And she went up
Into the little chamber built for the prophet:

and laid him on the bed of the man of God;
not from any imagination of any virtue in it to bring her child to life; though she might think of the prophet, and have faith that he could raise it to life, as Elijah raised the widow of Zarephath's son laid on his bed, of which she might have heard; but this being a private room, and into which none went, she laid it here to conceal its death from her husband and family, and to prevent grief, and that they might not bury it until she returned:

and shut the door upon him;
that no creature might enter, and, do any damage to his corpse:

and went out;
not out of the chamber, that she did before she shut the door, but out of the house.

2 Koningen 4:21 In-Context

19 En het zeide tot zijn vader: Mijn hoofd, mijn hoofd! Hij dan zeide tot een jongen: Draag hem tot zijn moeder.

20 En hij droeg hem, en bracht hem tot zijn moeder. En hij zat op haar knieen tot aan den middag toe; toen stierf hij.

21 En zij ging op, en legde hem op het bed van den man Gods; daarna sloot zij voor hem toe, en ging uit.

22 En zij riep om haar man, en zeide: Zend mij toch een van de jongens, en een van de ezelinnen, dat ik tot den man Gods lope, en wederkomen.

23 En hij zeide: Waarom gaat gij heden tot hem? Het is geen nieuwe maan, noch sabbat. En zij zeide: Het zal wel zijn.