2 Koningen 9:29

29 In het elfde jaar nu van Joram, den zoon van Achab, was Ahazia koning geworden over Juda.

2 Koningen 9:29 Meaning and Commentary

2 Kings 9:29

And in the eleventh year of Joram the son of Ahab began
Ahaziah to reign over Judah.
] In ( 2 Kings 8:25 ) , it is said to be in the twelfth year of his reign; it was at the close of the eleventh, and the beginning of the twelfth; or he began to reign with his father in the eleventh as here, and in the twelfth as there, when his father was dead.

2 Koningen 9:29 In-Context

27 Als Ahazia, de koning van Juda, dat zag, zo vlood hij door den weg van het huis des hofs; doch Jehu vervolgde hem achterna, en zeide: Slaat hem ook op den wagen, aan den opgang naar Gur, die bij Jibleam is; en hij vlood naar Megiddo, en stierf aldaar.
28 En zijn knechten voerden hem naar Jeruzalem, en zij begroeven hem in zijn graf, bij zijn vaderen in de stad Davids.
29 In het elfde jaar nu van Joram, den zoon van Achab, was Ahazia koning geworden over Juda.
30 En Jehu kwam te Jizreel. Als Izebel dat hoorde, zo blankette zij haar aangezicht, en versierde haar hoofd, en keek ten venster uit.
31 Toen nu Jehu ter poorte inkwam, zeide zij: Is het wel, o Zimri, doodslager van zijn heer?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.