2 Kronieken 19:7

7 Nu dan, de verschrikking des HEEREN zij op ulieden; neemt waar, en doet het; want bij den HEERE, onzen God, is geen onrecht, noch aanneming van personen, noch ontvanging van geschenken.

2 Kronieken 19:7 Meaning and Commentary

2 Chronicles 19:7

Wherefore now let the fear of the Lord be upon you
And act as having that before your eyes, and on your hearts:

take heed and do it;
do the commands enjoined them by him, and do judgment according to the law of God:

for there is no iniquity with the Lord our God;
none in his nature, nor in his law; none commanded nor approved of by him, and therefore none should be done by his representatives in judgment:

nor respect of persons;
whether high or low, rich or poor:

nor taking of gifts;
he accepts not the faces of men, nor receives bribes, nor should his judges; this is forbidden by him, ( Deuteronomy 16:19 ) .

2 Kronieken 19:7 In-Context

5 En hij stelde richters in het land, in alle vaste steden van Juda, van stad tot stad.
6 En hij zeide tot de richters: Ziet wat gij doet, want gij houdt het gericht niet den mens, maar den HEERE; en Hij is bij u in de zaak van het gericht.
7 Nu dan, de verschrikking des HEEREN zij op ulieden; neemt waar, en doet het; want bij den HEERE, onzen God, is geen onrecht, noch aanneming van personen, noch ontvanging van geschenken.
8 Daartoe stelde Josafat ook te Jeruzalem enige van de Levieten, en van de priesteren, en van de hoofden der vaderen van Israel, over het gericht des HEEREN, en over rechtsgeschillen, als zij weder te Jeruzalem gekomen waren.
9 En hij gebood hun, zeggende: Doet alzo in de vreze des HEEREN, met getrouwheid en met een volkomen hart.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.