2 Kronieken 19:6

6 En hij zeide tot de richters: Ziet wat gij doet, want gij houdt het gericht niet den mens, maar den HEERE; en Hij is bij u in de zaak van het gericht.

2 Kronieken 19:6 Meaning and Commentary

2 Chronicles 19:6

And said to the judges, take heed what you do
In judgment, that they judged righteous judgment according to the law of God, without partiality and respect of persons:

for ye judge not for man, but for the Lord;
not for man only, but for the Lord; and not so much for man as for the Lord, whom they represented in judgment; whose law was the rule of their judgment, and whose glory their end, and to whom they were accountable:

who is with you in the judgment:
as to guide and direct you, so to observe how they behaved, and be a witness for or against them; the Targum is,

``ye judge not before men, but before the Word of the Lord, whose Shechinah dwells with you in the affair of judgment.''

2 Kronieken 19:6 In-Context

4 Josafat nu woonde in Jeruzalem; en hij toog wederom uit door het volk, van Ber-seba af tot het gebergte van Efraim toe, en deed hen wederkeren tot den HEERE, hunner vaderen God.
5 En hij stelde richters in het land, in alle vaste steden van Juda, van stad tot stad.
6 En hij zeide tot de richters: Ziet wat gij doet, want gij houdt het gericht niet den mens, maar den HEERE; en Hij is bij u in de zaak van het gericht.
7 Nu dan, de verschrikking des HEEREN zij op ulieden; neemt waar, en doet het; want bij den HEERE, onzen God, is geen onrecht, noch aanneming van personen, noch ontvanging van geschenken.
8 Daartoe stelde Josafat ook te Jeruzalem enige van de Levieten, en van de priesteren, en van de hoofden der vaderen van Israel, over het gericht des HEEREN, en over rechtsgeschillen, als zij weder te Jeruzalem gekomen waren.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.