2 Kronieken 30:14

14 En zij maakten zich op, en namen de altaren weg, die te Jeruzalem waren; daartoe namen zij alle rooktuig weg, hetwelk zij in de beek Kidron wierpen.

2 Kronieken 30:14 Meaning and Commentary

2 Chronicles 30:14

And they arose
Before they slew and ate the passover:

and took away the altars that were in Jerusalem;
which Ahaz had set up in every corner of Jerusalem, to offer sacrifices upon, ( 2 Chronicles 28:24 )

and all the altars for incense took they away;
for as there were some to offer sacrifices on, there were others to burn incense upon, not to the Lord, but to idols, as the Targum adds:

and cast them into the brook Kidron;
having reduced them to dust and ashes, see ( 2 Chronicles 29:16 ) .

2 Kronieken 30:14 In-Context

12 Ook was de hand Gods in Juda, hun enerlei hart gevende, dat zij het gebod des konings en der vorsten deden, naar het woord des HEEREN.
13 En te Jeruzalem verzamelde zich veel volks, om het feest der ongezuurde broden te houden, in de tweede maand, een zeer grote gemeente.
14 En zij maakten zich op, en namen de altaren weg, die te Jeruzalem waren; daartoe namen zij alle rooktuig weg, hetwelk zij in de beek Kidron wierpen.
15 Toen slachtten zij het pascha, op den veertienden der tweede maand; en de priesters en de Levieten waren beschaamd geworden, en hadden zich geheiligd, en hadden brandofferen gebracht in het huis des HEEREN.
16 En zij stonden in hun stand, naar hun wijze, naar de wet van Mozes, den man Gods; de priesters sprengden het bloed, dat nemende uit de hand der Levieten.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.