2 Kronieken 31:3

3 Ook het deel des konings van zijn have tot de brandofferen, tot de brandofferen des morgens en des avonds, en de brandofferen der sabbatten, en der nieuwe maanden, en der gezette hoogtijden; gelijk geschreven is in de wet des HEEREN.

2 Kronieken 31:3 Meaning and Commentary

2 Chronicles 31:3

He appointed also the king's portion of his substance
Out of his own treasury, of his royal bounty, over and above what was usual for kings to give for their own sacrifices, the treasury of the temple being exhausted, and the people being brought into low circumstances in the last reign:

for the burnt offerings, [to wit], for the morning and evening
burnt offerings;
the daily sacrifice offered morning and evening, which had been neglected, but now revived:

and the burnt offerings for the sabbaths, and for the new moons, and
for the set feasts;
when beside the daily sacrifice there were additional ones: as it is written in the law of the Lord; in ( Numbers 28:9-29:40 ) .

2 Kronieken 31:3 In-Context

1 Als zij nu voleind hadden, togen alle Israelieten, die er gevonden werden, uit, tot de steden van Juda, en braken de opgerichte beelden, en hieuwen de bossen af, en wierpen de hoogten en de altaren af, uit gans Juda en Benjamin, ook in Efraim en Manasse, totdat zij alles te niet gemaakt hadden; daarna keerden al de kinderen Israels weder, een ieder tot zijn bezitting in hun steden.
2 En Hizkia bestelde de verdelingen der priesteren en der Levieten, naar hun verdelingen, een ieder naar zijn dienst, de priesteren en de Levieten tot het brandoffer en tot de dankofferen, om te dienen, en om te loven, en om te prijzen in de poort van de legers des HEEREN;
3 Ook het deel des konings van zijn have tot de brandofferen, tot de brandofferen des morgens en des avonds, en de brandofferen der sabbatten, en der nieuwe maanden, en der gezette hoogtijden; gelijk geschreven is in de wet des HEEREN.
4 En hij zeide tot het volk, tot de inwoners van Jeruzalem, dat zij het deel der priesteren en Levieten geven zouden, opdat zij versterkt mochten worden in de wet des HEEREN.
5 Toen nu dat woord uitbrak, brachten de kinderen Israels vele eerstelingen van koren, most, en olie, en honig, en van al de inkomsten des velds; ook brachten zij de tienden van alles in met menigte.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.