2 Samuël 10:19

19 Toen nu al de koningen, die Hadad-ezers knechten waren, zagen, dat zij voor Israels aangezicht geslagen waren, maakten zij vrede met Israel, en dienden hen; en de Syriers vreesden de kinderen Ammons meer te verlossen.

2 Samuël 10:19 Meaning and Commentary

2 Samuel 10:19

And when all the kings [that were] servants to Hadarezer
That were subject to him, and at his beck and command, at least were hired by him into his service:

saw that they were smitten before Israel;
could not stand their ground against them, being too powerful for them;

they made peace with Israel, and served them;
became tributaries to them, whereby the promise of the land of Canaan made to Abraham and his seed, as reaching to the river Euphrates, had its accomplishment, ( Genesis 15:18 ) ;

so the Syrians feared to help the children of Ammon any more;
who standing by themselves, they were soon and easily conquered by David's forces, as recorded in the following chapters.

2 Samuël 10:19 In-Context

17 Als dat David werd aangezegd, verzamelde hij gans Israel, en toog over de Jordaan, en kwam te Helam, en de Syriers stelden de slagorde tegen David aan, en streden met hem.
18 Maar de Syriers vloden voor Israels aangezicht, en David versloeg van de Syriers zevenhonderd wagenen, en veertig duizend ruiteren; daartoe sloeg hij Sobach, hun krijgsoverste, dat hij aldaar stierf.
19 Toen nu al de koningen, die Hadad-ezers knechten waren, zagen, dat zij voor Israels aangezicht geslagen waren, maakten zij vrede met Israel, en dienden hen; en de Syriers vreesden de kinderen Ammons meer te verlossen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.