2 Samuël 2:6

6 Zo doe nu de HEERE aan u weldadigheid en trouw! En ik ook, ik zal aan u dit goede doen, dewijl gij deze zaak gedaan hebt.

2 Samuël 2:6 Meaning and Commentary

2 Samuel 2:6

And now the Lord show kindness and truth unto you
Or true kindness; confer real favours, bestow upon you good and substantial blessings, blessings indeed!

and I also will requite you this kindness, because ye have done this
thing.
He not only prayed to God to bless them and reward them for it, but would remember them himself, and at a proper opportunity would show favour to them for this act of kindness to Saul. De Dieu proposes to consideration whether it may not be as well interpreted to this sense, "and I also do you this kindness" because of it; that is, have done you this honour by sending messengers to you, to thank you for it, and by wishing a blessing upon you on account of it, and by praising and commending you for it; but the former sense seems best.

2 Samuël 2:6 In-Context

4 Daarna kwamen de mannen van Juda, en zalfden aldaar David tot een koning over het huis van Juda. Toen boodschapten zij David, zeggende: Het zijn de mannen van Jabes in Gilead, die Saul begraven hebben.
5 Toen zond David boden tot de mannen van Jabes in Gilead, en hij zeide tot hen: Gezegend zijt gij den HEERE, dat gij deze weldadigheid gedaan hebt aan uw heer, aan Saul, en hebt hem begraven.
6 Zo doe nu de HEERE aan u weldadigheid en trouw! En ik ook, ik zal aan u dit goede doen, dewijl gij deze zaak gedaan hebt.
7 En nu, laat uw handen sterk zijn, en zijt dapper, dewijl uw heer Saul gestorven is; en ook hebben mij die van het huis van Juda tot koning over zich gezalfd.
8 Abner nu, de zoon van Ner, de krijgsoverste, dien Saul gehad had, nam Isboseth, Sauls zoon, en voerde hem over naar Mahanaim,
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.