2 Samuël 5:19

19 Zo vraagde David den HEERE, zeggende: Zal ik optrekken tegen de Filistijnen? Zult Gij ze in mijn hand geven? En de HEERE zeide tot David: Trek op, want Ik zal de Filistijnen zekerlijk in uw hand geven.

2 Samuël 5:19 Meaning and Commentary

2 Samuel 5:19

And David inquired of the Lord
By Abiathar, and the Urim and Thummim, in the ephod he had on:

saying, shall I go up to the Philistines?
who by this time were gone from the valley to an higher place, to Mount Perazim, as in ( Isaiah 28:21 ) ;

wilt thou deliver them into my hand?
here two questions are put together, and an answer returned to both, contrary to a notion of the Jews, (See Gill on 1 Samuel 23:11);

and the Lord said to David, go up, for I will doubtless deliver the
Philistines into thine hand;
by which oracle he had both the mind of God that he should go up, and was assured of victory.

2 Samuël 5:19 In-Context

17 Als nu de Filistijnen hoorden, dat zij David ten koning over Israel gezalfd hadden, zo togen alle Filistijnen op om David te zoeken; en David, dat horende, toog af, naar den burg.
18 En de Filistijnen kwamen en verspreidden zich in het dal Refaim.
19 Zo vraagde David den HEERE, zeggende: Zal ik optrekken tegen de Filistijnen? Zult Gij ze in mijn hand geven? En de HEERE zeide tot David: Trek op, want Ik zal de Filistijnen zekerlijk in uw hand geven.
20 Toen kwam David te Baal-Perazim; en David sloeg hen aldaar, en zeide: De HEERE heeft mijn vijanden voor mijn aangezicht gescheurd, als een scheur der wateren; daarom noemde hij den naam derzelve plaats, Baal-Perazim.
21 En zij lieten hun afgoden aldaar; en David en zijn mannen namen ze op.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.