Daniël 2:45

45 Daarom hebt gij gezien, dat uit den berg een steen zonder handen afgehouwen is geworden, die het ijzer, koper, leem, zilver en goud vermaalde; de grote God heeft den koning bekend gemaakt, wat hierna geschieden zal; de droom nu is gewis, en zijn uitlegging is zeker.

Daniël 2:45 Meaning and Commentary

Daniel 2:45

Forasmuch as thou sawest that the stone was cut out of the
mountain without hands (See Gill on Daniel 2:34) and that it brake in pieces the iron, the brass, the clay, the silver,
and the gold;
of which the image was made he had seen in his dream; and which represented the several monarchies of the world in succession, and described their nature, condition, and circumstances, and the ruin of them; (See Gill on Daniel 2:35) the great God hath made known to the king what shall come to pass
hereafter;
after his own death, and in his own monarchy; and what will be the fate of succeeding ones; what will come to pass in each of the ages of time, and what will be done in the last days; what an everlasting kingdom there will be, when the kingdoms of this world shall be no more; and this the "great" God, who is great in knowledge as well as power, made known to him, which none else could; and by which he appears to be great, and above all gods, as Nebuchadnezzar afterwards owns; and which Daniel here suggests to him; see ( Isaiah 45:21 ) ( Isaiah 46:9 Isaiah 46:10 ) : and the dream is certain, and the interpretation thereof sure;
this is certainly the dream the king had dreamed, for the truth of which he appeals to him; and the interpretation of it given would be most surely and faithfully accomplished, on which he might depend; for since the dream had been so distinctly related to him, he had no room to doubt of the true interpretation of it.

Daniël 2:45 In-Context

43 En dat gij gezien hebt ijzer vermengd met modderig leem, zij zullen zich wel door menselijk zaad vermengen, maar zij zullen de een aan den ander niet hechten, gelijk als zich ijzer met leem niet vermengt.
44 Doch in de dagen van die koningen zal de God des hemels een Koninkrijk verwekken, dat in der eeuwigheid niet zal verstoord worden; en dat Koninkrijk zal aan geen ander volk overgelaten worden; het zal al die koninkrijken vermalen, en te niet doen, maar zelf zal het in alle eeuwigheid bestaan.
45 Daarom hebt gij gezien, dat uit den berg een steen zonder handen afgehouwen is geworden, die het ijzer, koper, leem, zilver en goud vermaalde; de grote God heeft den koning bekend gemaakt, wat hierna geschieden zal; de droom nu is gewis, en zijn uitlegging is zeker.
46 Toen viel de koning Nebukadnezar op zijn aangezicht, en aanbad Daniel; en hij zeide, dat men hem met spijsoffer en liefelijk reukwerk een drankoffer doen zou.
47 De koning antwoordde Daniel en zeide: Het is de waarheid, dat ulieder God een God der goden is, en een Heere der koningen, en Die de verborgenheden openbaart, dewijl gij deze verborgenheid hebt kunnen openbaren.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.