Daniël 6:25

25 Toen beval de koning, en zij brachten die mannen voor, die Daniel overluid beschuldigd hadden, en zij wierpen in den kuil der leeuwen hen, hun kinderen, en hun vrouwen; en zij kwamen niet op den grond des kuils, of de leeuwen heersten over hen, zij vermorzelden ook al hun beenderen.

Daniël 6:25 Meaning and Commentary

Daniel 6:25

Then King Darius
Being thoroughly convinced of the miracle, and of the powerful interposition of divine Providence in it, and of the omnipotence of God, and of his concern in the government of the world; that all might be acquainted with the same, wrote unto all people, nations, and languages, that dwell in all the
earth;
he being at the head of the Babylonish monarchy, which included many nations and people of various languages; and which was increased, and still increasing, by the victories of Cyrus, who was partner with him in the empire; see ( Daniel 3:4 Daniel 3:29 ) : peace be multiplied unto you;
an increase of all kind of prosperity; an usual salutation or wish with the eastern people.

Daniël 6:25 In-Context

23 Mijn God heeft Zijn engel gezonden, en Hij heeft den muil der leeuwen toegesloten, dat zij mij niet beschadigd hebben, omdat voor Hem onschuld in mij gevonden is; ook heb ik, o koning! tegen u geen misdaad gedaan.
24 Toen werd de koning bij zichzelven zeer vrolijk, en zeide, dat men Daniel uit den kuil trekken zou. Toen Daniel uit den kuil opgetrokken was, zo werd er geen schade aan hem gevonden, dewijl hij in zijn God geloofd had.
25 Toen beval de koning, en zij brachten die mannen voor, die Daniel overluid beschuldigd hadden, en zij wierpen in den kuil der leeuwen hen, hun kinderen, en hun vrouwen; en zij kwamen niet op den grond des kuils, of de leeuwen heersten over hen, zij vermorzelden ook al hun beenderen.
26 Toen schreef de koning Darius aan alle volken, natien en tongen, die op de ganse aarde woonden: Uw vrede worde vermenigvuldigd!
27 Van mij is een bevel gegeven, dat men in de ganse heerschappij mijns koninkrijks beve en siddere voor het aangezicht van den God van Daniel; want Hij is de levende God, en bestendig in eeuwigheden, en Zijn koninkrijk is niet verderfelijk, en Zijn heerschappij is tot het einde toe.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.