Deuteronomium 20:13

13 En de HEERE, uw God, zal haar in uw hand geven; en gij zult alles, wat mannelijk daarin is, slaan met de scherpte des zwaards;

Deuteronomium 20:13 Meaning and Commentary

Deuteronomy 20:13

And when the Lord thy God hath delivered it into thine hands,
&c.] When, what with pressures without, and calamities within, the city is obliged to surrender: this is not to be imputed to the methods and arts of war used in besieging, or to the courage and skill of the besiegers; but to the power and providence of God succeeding means used, and sending famine or pestilence among the besieged, and inclining their hearts to deliver up their city:

thou shall smite every male thereof with the edge of the sword;
the men in it, grown persons, as distinguished from little ones in the next verse; because it was owing to these it was not surrendered at once, when terms of peace were offered.

Deuteronomium 20:13 In-Context

11 En het zal geschieden, indien zij u vrede zal antwoorden, en u opendoen, zo zal al het volk, dat daarin gevonden wordt, u cijnsbaar zijn, en u dienen.
12 Doch zo zij geen vrede met u zal maken, maar krijg tegen u voeren, zo zult gij haar belegeren.
13 En de HEERE, uw God, zal haar in uw hand geven; en gij zult alles, wat mannelijk daarin is, slaan met de scherpte des zwaards;
14 Behalve de vrouwen, en de kinderkens, en de beesten, en al wat in de stad zijn zal, al haar buit zult gij voor u roven; en gij zult eten den buit uwer vijanden, dien u de HEERE, uw God, gegeven heeft.
15 Alzo zult gij aan alle steden doen, die zeer verre van u zijn, die niet zijn van de steden dezer volken.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.