Deuteronomium 28:38

38 Gij zult veel zaads op den akker uitbrengen, maar gij zult weinig inzamelen; want de sprinkhaan zal het verteren.

Deuteronomium 28:38 Meaning and Commentary

Deuteronomy 28:38

Thou shall carry much seed into the field
And sow it plentifully; this and what is said in some following verses plainly refer to them while in their own land, before carried captive, and not to their present case and circumstances:

and shall gather [but] little in at harvest;
little springing up, or not coming to perfection, being blighted and blasted, and so yielded but a small crop; see ( Haggai 1:9 ) ; and chiefly for the following reason:

for the locust shall consume it;
which is a great destroyer of the fruits of the earth; see ( Joel 1:4 ) .

Deuteronomium 28:38 In-Context

36 De HEERE zal u, mitsgaders uw koning, dien gij over u zult gesteld hebben, doen gaan tot een volk, dat gij niet gekend hebt, noch uw vaderen; en aldaar zult gij dienen andere goden, hout en steen.
37 En gij zult zijn tot een schrik, tot een spreekwoord en tot een spotrede, onder al de volken, waarheen u de HEERE leiden zal.
38 Gij zult veel zaads op den akker uitbrengen, maar gij zult weinig inzamelen; want de sprinkhaan zal het verteren.
39 Wijngaarden zult gij planten, en bouwen, maar gij zult geen wijn drinken, noch iets vergaderen; want de worm zal het afeten.
40 Olijfbomen zult gij hebben in al uw landpalen, maar gij zult u met olie niet zalven; want uw olijfboom zal zijn vrucht afwerpen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.