Deuteronomium 3:1

1 Daarna keerden wij ons en togen op, den weg van Bazan; en Og, de koning van Bazan, trok uit ons tegemoet, hij en al zijn volk, ten strijde bij Edrei.

Deuteronomium 3:1 Meaning and Commentary

Deuteronomy 3:1

Then we turned and went up the way to Bashan
Which seems to have been higher than the kingdom of Sihon: this was a fine country for pasturage, for the breeding of cattle, larger and lesser, and was famous for its oaks: it is the same country which in Josephus and others goes by the name of Batanea:

and Og the king of Bashan came out against us;
got his forces together, and came out from Ashteroth, the royal city where he dwelt:

he and all his people, to battle at Edrei;
another city in his kingdom, about six miles from the former; see ( Deuteronomy 1:4 ) ( Numbers 21:33 ) .

Deuteronomium 3:1 In-Context

1 Daarna keerden wij ons en togen op, den weg van Bazan; en Og, de koning van Bazan, trok uit ons tegemoet, hij en al zijn volk, ten strijde bij Edrei.
2 Toen zeide de HEERE tot mij: Vrees hem niet, want Ik heb hem, en al zijn volk, en zijn land, in uw hand gegeven; en gij zult hem doen, gelijk als gij Sihon, den koning der Amorieten, die te Hesbon woonde, gedaan hebt.
3 En de HEERE, onze God, gaf ook Og, den koning van Bazan, en al zijn volk, in onze hand, zodat wij hem sloegen, totdat wij hem niemand lieten overblijven.
4 En wij namen te dier tijd al zijn steden; er was geen stad, die wij van hen niet namen: zestig steden, de ganse landstreek van Argob, het koninkrijk van Og in Bazan.
5 Al die steden waren met hoge muren, poorten en grendelen gesterkt, behalve zeer vele onbemuurde steden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.