Deuteronomium 3:5

5 Al die steden waren met hoge muren, poorten en grendelen gesterkt, behalve zeer vele onbemuurde steden.

Deuteronomium 3:5 Meaning and Commentary

Deuteronomy 3:5

All these cities were fenced with high walls, gates, and bars,
&c.] That is, all the cities in the kingdom of Bashan; and though they were, it hindered not their falling into the hands of the Israelites; and this might serve to encourage them against those fears they were possessed of by the spies, with respect to the cities in the land of Canaan; see ( Numbers 13:28 ) ( Deuteronomy 1:28 )

besides unwalled towns a great many;
small towns and villages adjacent to the several cities, as is common.

Deuteronomium 3:5 In-Context

3 En de HEERE, onze God, gaf ook Og, den koning van Bazan, en al zijn volk, in onze hand, zodat wij hem sloegen, totdat wij hem niemand lieten overblijven.
4 En wij namen te dier tijd al zijn steden; er was geen stad, die wij van hen niet namen: zestig steden, de ganse landstreek van Argob, het koninkrijk van Og in Bazan.
5 Al die steden waren met hoge muren, poorten en grendelen gesterkt, behalve zeer vele onbemuurde steden.
6 En wij verbanden dezelve, gelijk wij Sihon, den koning van Hesbon, gedaan hadden, verbannende alle steden, mannen, vrouwen en kinderen.
7 Doch al het vee en den roof van die steden roofden wij voor ons.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.