Exodus 2:7

7 Toen zeide zijn zuster tot Farao's dochter: Zal ik heengaan, en u een voedstervrouw uit de Hebreinnen roepen, die dat knechtje voor u zoge?

Exodus 2:7 Meaning and Commentary

Exodus 2:7

Then said his sister to Pharaoh's daughter
Miriam the sister of Moses, who observing the ark taken up, and the maidens that were walking upon the bank of the river, and other women perhaps, gathering about it to see it; she made one among them, and after hearing their discourse about it, proposed what follows to Pharaoh's daughter: Jarchi says, that Pharaoh's daughter tried several Egyptian women to suckle it, but it would not suck of them: Josephus F18 says the same, and it also is in the Talmud F19; and that, if true, gave Miriam a fair opportunity to offer to do the following message for her:

shall I go and call for thee a nurse of the Hebrew women, that she may
nurse the child for thee?
for she perceived that she was desirous of having the child brought up as her own.


FOOTNOTES:

F18 Antiqu. l. 2. c. 9. sect. 5.
F19 T. Bab. Sotah, ut supra. (fol. 12.1)

Exodus 2:7 In-Context

5 En de dochter van Farao ging af, om zich te wassen in de rivier; en haar jonkvrouwen wandelden aan den kant der rivier; toen zij het kistje in het midden van de biezen zag, zo zond zij haar dienstmaagd heen, en liet het halen.
6 Toen zij het open deed, zo zag zij dat knechtje; en ziet, het jongsken weende; en zij werd met barmhartigheid bewogen over hetzelve, en zij zeide: Dit is een van de knechtjes der Hebreen!
7 Toen zeide zijn zuster tot Farao's dochter: Zal ik heengaan, en u een voedstervrouw uit de Hebreinnen roepen, die dat knechtje voor u zoge?
8 En de dochter van Farao zeide tot haar: Ga heen. En de jonge maagd ging, en riep des knechtjes moeder.
9 Toen zeide Farao's dochter tot haar: Neem dit knechtje heen, en zoog het mij; ik zal u uw loon geven. En de vrouw nam het knechtje en zoogde het.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.