Ezechiël 16:45

45 Gij zijt de dochter uwer moeder, die de walg had van haar man en van haar kinderen; en gij zijt de zuster uwer zusteren, die de walg gehad hebben van haar mannen en van haar kinderen; uw moeder was een Hethietische, en uw vader een Amoriet.

Ezechiël 16:45 Meaning and Commentary

Ezekiel 16:45

Thou [art] thy mother's daughter
Exactly like her; they that have known the one must know the other. The Targum is,

``wherefore art thou become the daughter of the land of Canaan, to do according to the works of the people?''
that loatheth her husband and her children;
a true character of an adulteress; and which agrees both with the mother the Canaanites, and with the daughter the Jews; who both despised, rejected, and forsook God their husband, Creator, and lawgiver, and sacrificed their children to idols; see ( Ezekiel 16:20 Ezekiel 16:21 ) ( Leviticus 18:21 Leviticus 18:24 ) ; and thou [art] the sister of thy sisters;
the true genuine sister of them, Samaria and Sodom after mentioned; being not only allied to them in blood, more nearly to the one more remotely to the other, but exceedingly alike in manners, religion, and worship: which loatheth their husbands and their children;
as before: your mother [was] an Hittite, and your father an Amorite;
these the Israelites succeeded in their land, and followed their customs; (See Gill on Ezekiel 16:3). The Targum is,
``was not your mother Sarah among the Hittites? and she did not do according to their works; and your father Abraham was among the Amorites, and he walked not in their counsels.''

Ezechiël 16:45 In-Context

43 Daarom dat gij niet gedacht hebt aan de dagen uwer jonkheid, en Mij tot beroering geweest zijt met dit alles, zie, zo zal Ik ook uw weg op uw hoofd geven, spreekt de Heere HEERE; en gij zult die schandelijke daad niet doen boven al uw gruwelen.
44 Zie, een ieder, die spreekwoorden gebruikt, zal van u een spreekwoord gebruiken, zeggende: Zo de moeder is, is haar dochter.
45 Gij zijt de dochter uwer moeder, die de walg had van haar man en van haar kinderen; en gij zijt de zuster uwer zusteren, die de walg gehad hebben van haar mannen en van haar kinderen; uw moeder was een Hethietische, en uw vader een Amoriet.
46 Uw grote zuster nu is Samaria, zij en haar dochteren, dewelke woont aan uw linkerhand; maar uw zuster, die kleiner is dan gij, die tegen uw rechterhand woont, is Sodom en haar dochteren.
47 Doch gij hebt in haar wegen niet gewandeld, noch naar haar gruwelen gedaan; het was wat gerings, een verdriet; maar gij hebt het meer verdorven dan zij, in al uw wegen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.