Ezechiël 22:5

5 Die nabij en verre van u zijn, zullen u bespotten, gij onreine van naam en vol van onrust!

Ezechiël 22:5 Meaning and Commentary

Ezekiel 22:5

Those that be near, and those that be far from thee, shall mock
thee
The neighbouring nations, as the Edomites, Philistines, Moabites, and Ammonites; and distant ones, as the Babylonians, Medes, and Persians; all that either hear of, or see their misery, shall rejoice at it, and triumph over them: which art infamous and much vexed;
or they shall say, O thou of an infamous name and character; who hast defiled thy name, got a blot upon it, and lost thy credit by thy conduct and behaviour; and now fretting and vexing under the afflictions and calamities that lie upon thee: or whose tumults are many, as the Targum; who hast been full of noise, and factions, and tumults; thou art now come to a righteous end.

Ezechiël 22:5 In-Context

3 En zeg: Alzo zegt de Heere HEERE: O stad, die in haar midden bloed vergiet, opdat haar tijd kome, en drekgoden tegen zichzelve maakt, om zich te verontreinigen!
4 Door uw bloed, dat gij vergoten hebt, zijt gij schuldig geworden, en met uw drekgoden, die gij gemaakt hebt, hebt gij u verontreinigd, en hebt uw dagen doen naderen, en zijt tot uw jaren gekomen; daarom heb Ik u den heidenen overgegeven tot een smaad, en allen landen tot een spot.
5 Die nabij en verre van u zijn, zullen u bespotten, gij onreine van naam en vol van onrust!
6 Ziet, de vorsten Israels zijn in u geweest, een ieder naar zijn kracht, om bloed te vergieten.
7 Vader en moeder hebben zij in u licht geacht; met den vreemdeling hebben zij in het midden van u door verdrukking gehandeld; zij hebben in u den wees en de weduwe verdrukt.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.