Ezechiël 28:23

23 Want Ik zal de pestilentie in haar zenden, en bloed op haar straten, en de verslagenen zullen vallen in het midden van haar, door het zwaard, dat tegen haar zal zijn van rondom; en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben.

Ezechiël 28:23 Meaning and Commentary

Ezekiel 28:23

And I will send into her pestilence, and blood into her
streets
The plague and the sword, which are two of God's sore judgments, and often go together; the pestilence slays them that are within, and the sword those the enemy meets with in the streets: and the wounded shall be judged;
that is, punished; or "shall fall" {w}, die and perish: in the midst of her by the sword upon her on every side;
this was literally fulfilled in Zidon, either by Nebuchadnezzar and the Chaldean army, which besieged it on every side; or by Artaxerxes Ochus the Persian, who took it, and destroyed it; and will have its accomplishment on the antichristian states, eastern and western, when the vials shall be poured out upon them, ( Revelation 16:1 ) : and they shall know that I am the Lord God;
who am able to foretell things to come, and to accomplish them.


FOOTNOTES:

F23 (llpn) (pesountai) , Sept.; "corruent", Pagninus, Vatablus; "cadet", Montanus; so Kimchi and Ben Melech; and which is approved of by Gussetius.

Ezechiël 28:23 In-Context

21 Mensenkind! zet uw aangezicht tegen Sidon, en profeteer tegen haar,
22 En zeg: Zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik wil aan u, o Sidon! en zal in het midden van u verheerlijkt worden; en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik gerichten in haar zal hebben geoefend, en in haar geheiligd zal zijn.
23 Want Ik zal de pestilentie in haar zenden, en bloed op haar straten, en de verslagenen zullen vallen in het midden van haar, door het zwaard, dat tegen haar zal zijn van rondom; en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben.
24 En het huis Israels zal geen smartenden doorn noch wee doende distel meer hebben, van allen, die rondom hen zijn, die henlieden beroven; en zij zullen weten, dat Ik de Heere HEERE ben.
25 Alzo zegt de Heere HEERE: Als Ik het huis Israels zal vergaderd hebben uit de volken, onder dewelke zij verstrooid zijn, en Ik onder hen voor de ogen der heidenen zal geheiligd zijn, dan zullen zij in hun land wonen, dat Ik aan Mijn knecht, aan Jakob, gegeven heb.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.