Ezechiël 29:8

8 Daarom zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zal het zwaard over u brengen, en Ik zal uit u mens en beest uitroeien.

Ezechiël 29:8 Meaning and Commentary

Ezekiel 29:8

Therefore thus saith the Lord God
Because of the pride of the king of Egypt, asserting the river to be his own, and made by him for himself; and because of his perfidy to the house of Israel: behold, I will bring a sword upon thee;
or those that kill with the sword, as the Targum; first a cival war, occasioned by the murmurs of the people, on account of the defeat of their army at Cyrene; which issued in the dethroning and strangling of this king, as before observed and setting up another; which cival commotions Nebuchadnezzar took the advantage of, and came against Egypt with a large army: and cut off man and beast out of thee;
for what with the civil wars among themselves, and what with the devastations of the king of Babylon's army, putting men to the sword, and seizing upon the beasts for their food, to support such an army in a foreign land, it was pretty well stripped of both.

Ezechiël 29:8 In-Context

6 En al de inwoners van Egypte zullen weten, dat Ik de HEERE ben, omdat zij den huize Israels een rietstaf geweest zijn.

7 Als zij u bij uw hand grepen, zo werdt gij gebroken, en spleet hun alle zijden; en als zij op u leunden, zo werdt gij verbroken, en liet alle lenden op zichzelven staan.

8 Daarom zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zal het zwaard over u brengen, en Ik zal uit u mens en beest uitroeien.

9 En Egypteland zal worden tot een wildernis en woestheid, en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben; omdat hij zegt: De rivier is mijn, en ik heb die gemaakt.

10 Daarom, zie, Ik wil aan u en aan uw rivier; en Ik zal Egypteland stellen tot woeste wilde eenzaamheden, van den toren van Syrene af, tot aan de landpale van Morenland.