Ezechiël 29:6

6 En al de inwoners van Egypte zullen weten, dat Ik de HEERE ben, omdat zij den huize Israels een rietstaf geweest zijn.

Ezechiël 29:6 Meaning and Commentary

Ezekiel 29:6

And all the inhabitants of Egypt shall know that I am the Lord,
&c.] Who could eject their king from his kingdom, and deliver him into the hands of his enemy; though he thought no God could, as he boastingly said, before observed: because they have been a staff of reed to the house of Israel;
alluding to the country of Egypt, which abounded with reeds that grew upon the banks of the river Nile, and other rivers. This signifies that either the Egyptians were weak, and could not help the people of Israel when they applied to them; or rather that they were treacherous and deceitful, and would not assist them, according to agreement; and were even pernicious and hurtful to them, as a broken reed; see ( Isaiah 36:6 ) . The Targum renders it, ``the staff of a reed broken.''

Ezechiël 29:6 In-Context

4 Maar Ik zal haken in uw kaken doen, en den vis uwer rivieren aan uw schubben doen kleven; en Ik zal u uit het midden uwer rivieren optrekken, en al de vis uwer rivieren zal aan uw schubben kleven.
5 En Ik zal u verlaten in de woestijn, u en al den vis uwer rivieren; op het open veld zult gij vallen; gij zult niet verzameld noch vergaderd worden; aan het gedierte der aarde en aan het gevogelte des hemels heb Ik u ter spijze gegeven.
6 En al de inwoners van Egypte zullen weten, dat Ik de HEERE ben, omdat zij den huize Israels een rietstaf geweest zijn.
7 Als zij u bij uw hand grepen, zo werdt gij gebroken, en spleet hun alle zijden; en als zij op u leunden, zo werdt gij verbroken, en liet alle lenden op zichzelven staan.
8 Daarom zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zal het zwaard over u brengen, en Ik zal uit u mens en beest uitroeien.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.