Ezechiël 32:17

17 Voorts gebeurde het in het twaalfde jaar, op den vijftienden der maand, dat het woord des HEEREN tot mij geschiedde, zeggende:

Ezechiël 32:17 Meaning and Commentary

Ezekiel 32:17

It came to pass also the twelfth year
Another prophecy of the like kind was delivered out the same year as before: in the fifteenth day of the month;
of the twelfth month, the month Adar, which is not here expressed, because mentioned before, ( Ezekiel 32:1 ) , it was about a fortnight after the other prophecy. The Septuagint and Arabic versions read it,

``it came to pass in the twelfth year, the first month, the fifteenth day of the month;''
according to which this prophecy was before the other, which is not to be supposed.

Ezechiël 32:17 In-Context

15 Als Ik Egypteland zal hebben gesteld tot een verwoesting, en het land van zijn volheid zal woest zijn geworden, als Ik geslagen zal hebben allen, die daarin wonen; alzo zullen zij weten, dat Ik de HEERE ben.
16 Dat is het klaaglied, en dat zullen zij klagelijk zingen; de dochteren der heidenen zullen het klagelijk zingen; zij zullen het klagelijk zingen over Egypte en over haar ganse menigte, spreekt de Heere HEERE.
17 Voorts gebeurde het in het twaalfde jaar, op den vijftienden der maand, dat het woord des HEEREN tot mij geschiedde, zeggende:
18 Mensenkind! weeklaag over de menigte van Egypte, en doe ze nederdalen, (haar en de dochteren der prachtige heidenen) in de onderste plaatsen der aarde, bij degenen, die in den kuil zijn nedergedaald.
19 Boven wien zijt gij liefelijk! Daal neder, en leg u bij de onbesnedenen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.