Ezechiël 48:28

28 Aan de landpale nu van Gad, aan den zuiderhoek zuidwaarts, daar zal de landpale zijn van Thamar af, naar het twistwater van Kades, voorts naar de beek henen, tot aan de grote zee.

Ezechiël 48:28 Meaning and Commentary

Ezekiel 48:28

And by the border of Gad, at the south side southward
Of the sanctuary of the Lord, of the portion of the priests and Levites, of the city, and what belonged to that, and of the prince's portion. The description begins at the northern part of the land, and ends in the southern: the border shall be even from Tamar unto the waters of strife in
Kadesh; and to the river toward the great sea;
(See Gill on Ezekiel 47:19).

Ezechiël 48:28 In-Context

26 En aan de landpale van Issaschar, van den oosterhoek tot aan den westerhoek toe, Zebulon een.
27 En aan de landpale van Zebulon, van den oosterhoek tot den westerhoek toe, Gad een.
28 Aan de landpale nu van Gad, aan den zuiderhoek zuidwaarts, daar zal de landpale zijn van Thamar af, naar het twistwater van Kades, voorts naar de beek henen, tot aan de grote zee.
29 Dit is het land, dat gijlieden zult doen vallen in erfenis, voor de stammen Israels, en dit zullen hun delen zijn, spreekt de Heere HEERE.
30 Voorts zullen dit de uitgangen der stad zijn: van den noorderhoek, vier duizend en vijfhonderd maten.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.