Ezechiël 9:10

10 Daarom ook, wat Mij aangaat, Mijn oog zal niet verschonen, en Ik zal niet sparen; Ik zal hun weg op hun hoofd geven.

Ezechiël 9:10 Meaning and Commentary

Ezekiel 9:10

And as for me also
As they have not spared the poor and the needy, the widow and the fatherless, but have perverted their judgment, and shed innocent blood: mine eye shall not spare, neither will I have pity, [but] I will
recompence their way upon their head;
deal with them by the law of retaliation, and reward them according to their deserts; see ( Ezekiel 7:4 ) .

Ezechiël 9:10 In-Context

8 Het geschiedde nu, als zij hen geslagen hadden, en ik overgebleven was, dat ik op mijn aangezicht viel, en riep, en zeide: Ach, Heere HEERE, zult Gij al het overblijfsel van Israel verderven, met Uw grimmigheid uit te gieten over Jeruzalem?
9 Toen zeide Hij tot mij: De ongerechtigheid van het huis van Israel en van Juda is gans zeer groot, en het land is met bloed vervuld, en de stad is vol van afwijking; want zij zeggen: De HEERE heeft het land verlaten, en de HEERE ziet niet.
10 Daarom ook, wat Mij aangaat, Mijn oog zal niet verschonen, en Ik zal niet sparen; Ik zal hun weg op hun hoofd geven.
11 En ziet, de man, die met linnen bekleed was, aan wiens lenden de inktkoker was, bracht bescheid weder, zeggende: Ik heb gedaan, gelijk als Gij mij geboden hadt.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.