Filippenzen 4:4

4 Verblijdt u in den Heere te allen tijd; wederom zeg ik: Verblijdt u.

Filippenzen 4:4 Meaning and Commentary

Philippians 4:4

Rejoice in the Lord alway
This is a repetition of the exhortation in the preceding chapter; (See Gill on Philippians 3:1); with this addition "alway"; for there is always cause and matter for rejoicing in Christ, even in times of affliction, distress, and persecution; since he is always the same; his grace is always sufficient; his blood has a continual virtue in it, and always speaks for peace and pardon; his righteousness is an everlasting one, and so is his salvation, and such is his love; though some join this word with what follows, [and] again, I say, rejoice;
this is what was continually inculcated by him, as being of great importance and use for the comfort of believers, and the honour of Christ.

Filippenzen 4:4 In-Context

2 Ik vermaan Euodia, en ik vermaan Syntyche, dat zij eensgezind zijn in den Heere.

3 En ik bid ook u, gij mijn oprechte metgezel, wees dezen vrouwen behulpzaam, die met mij gestreden hebben in het Evangelie, ook met Clemens, en de andere mijn medearbeiders, welker namen zijn in het boek des levens.

4 Verblijdt u in den Heere te allen tijd; wederom zeg ik: Verblijdt u.

5 Uw bescheidenheid zij allen mensen bekend. De Heere is nabij.

6 Weest in geen ding bezorgd; maar laat uw begeerten in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God;