Genesis 2:23

23 Toen zeide Adam: Deze is ditmaal been van mijn benen, en vlees van mijn vlees! Men zal haar Manninne heten, omdat zij uit den man genomen is.

Genesis 2:23 Meaning and Commentary

Genesis 2:23

And Adam said, this is now bone of my bones, and flesh
of my flesh
Of "his bones", because made out of a pair of his ribs, as some think, one on each side, and therefore expressed in the plural number, "and of his flesh", a part of which was taken with the rib; this Adam knew, either being awake while she was made, though asleep when the rib was taken out; or by divine revelation, by an impress of it on his mind; or it might have been declared to him in a dream, while asleep, when, being in an ecstasy or trance, this whole affair was represented unto him: and this was "now" done, just done, and would be done no more in like manner; "this time" F15, this once, as many render it; so it was, but hereafter the woman was to be produced in the way of generation, as man: she shall be called woman, because she was taken out of man:
her name was "Ishah", because taken from "Ish", as "vira" in Latin from "vir", and "woman" in our language from "man".


FOOTNOTES:

F15 (Meph taz) "hac vice", Pagninus, Montanus, Junius & Tremellius, Piscator, Vatablus, so the Targum; (touto apax) , Symmachus & Theodotion; "hoc semel", Fagius.

Genesis 2:23 In-Context

21 Toen deed de HEERE God een diepen slaap op Adam vallen, en hij sliep; en Hij nam een van zijn ribben, en sloot derzelver plaats toe met vlees.
22 En de HEERE God bouwde de ribbe, die Hij van Adam genomen had, tot een vrouw, en Hij bracht haar tot Adam.
23 Toen zeide Adam: Deze is ditmaal been van mijn benen, en vlees van mijn vlees! Men zal haar Manninne heten, omdat zij uit den man genomen is.
24 Daarom zal de man zijn vader en zijn moeder verlaten, en zijn vrouw aankleven; en zij zullen tot een vlees zijn.
25 En zij waren beiden naakt, Adam en zijn vrouw; en zij schaamden zich niet.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.