Genesis 21:24

24 En Abraham zeide: Ik zal zweren.

Genesis 21:24 Meaning and Commentary

Genesis 21:24

And Abraham said, I will swear.
] Sensible of the many favours he had received from Abimelech in times past, and was still indulged with, he very readily agreed to his proposal; and the rather, as he knew by the vision between the pieces, that it would be four hundred years before his posterity should be put into the possession of the land of Canaan; and therefore could take an oath that neither he, nor his son, nor his grandson, should be injured or dispossessed.

Genesis 21:24 In-Context

22 Voorts geschiedde het ter zelfder tijd, dat Abimelech, mitsgaders Pichol, zijn krijgsoverste, tot Abraham sprak, zeggende: God is met u in alles, wat gij doet.
23 Zo zweer mij nu hier bij God: Zo gij mij, of mijn zoon, of mijn neef liegen zult! naar de weldadigheid, die ik bij u gedaan heb, zult gij doen bij mij, en bij het land, waarin gij als vreemdeling verkeert.
24 En Abraham zeide: Ik zal zweren.
25 En Abraham berispte Abimelech ter oorzake van een waterput, die Abimelechs knechten met geweld genomen hadden.
26 Toen zeide Abimelech: Ik heb niet geweten, wie dit stuk gedaan heeft; en ook hebt gij het mij niet aangezegd, en ik heb er ook niet van gehoord, dan heden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.