Genesis 24:56

56 Maar hij zeide tot hen: Houdt mij niet op, dewijl de HEERE mijn weg voorspoedig gemaakt heeft! laat mij trekken, dat ik tot mijn heer ga.

Genesis 24:56 Meaning and Commentary

Genesis 24:56

And he said unto them, hinder me not
Do not detain me, let me set forward on my journey: seeing, the Lord hath prospered my way;
succeeded him in what he came about; and by his being succeeded so well, and so soon, it seemed to be the mind of the Lord that he should hasten his journey homeward: send me away, that I may go to my master;
and carry him the good news of his success, and attend his domestic affairs, over which he was set.

Genesis 24:56 In-Context

54 Toen aten en dronken zij, hij en de mannen, die bij hem waren; en zij vernachtten, en zij stonden des morgens op, en hij zeide: Laat mij trekken tot mijn heer!
55 Toen zeide haar broeder, en haar moeder: Laat de jonge dochter enige dagen, of tien, bij ons blijven; daarna zult gij gaan.
56 Maar hij zeide tot hen: Houdt mij niet op, dewijl de HEERE mijn weg voorspoedig gemaakt heeft! laat mij trekken, dat ik tot mijn heer ga.
57 Toen zeiden zij: Laat ons de jonge dochter roepen, en haar mond vragen.
58 En zij riepen Rebekka, en zeiden tot haar: Zult gij met deze man trekken? En zij antwoordde: Ik zal trekken.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.