Genesis 44:27

27 Toen zeide uw knecht, mijn vader, tot ons: Gijlieden weet, dat mijn huisvrouw er mij twee gebaard heeft.

Genesis 44:27 Meaning and Commentary

Genesis 44:27

And thy servant my father said unto us
When thus pressed to let Benjamin go with them: ye know that my wife bare me two [sons];
Rachel, by whom he had Joseph and Benjamin, and whom he calls his wife, she being his only lawful wife; Leah was imposed upon him, ( Genesis 29:20-30 ) ; and the other two were concubines, ( Genesis 30:4 Genesis 30:9 ) .

Genesis 44:27 In-Context

25 En dat onze vader gezegd heeft: Keert weder. koopt ons een weinig spijze;
26 Zo hebben wij gezegd: Wij zullen niet mogen aftrekken; indien onze kleinste broeder bij ons is, zo zullen wij aftrekken; want wij zullen het aangezicht van dien man niet mogen zien, zo deze onze kleinste broeder niet bij ons is.
27 Toen zeide uw knecht, mijn vader, tot ons: Gijlieden weet, dat mijn huisvrouw er mij twee gebaard heeft.
28 En de een is van mij uitgegaan, en ik heb gezegd: Voorwaar, hij is gewisselijk verscheurd geworden! en ik heb hem niet gezien tot nu toe.
29 Indien gij nu deze ook van mijn aangezicht wegneemt, en hem een verderf ontmoette, zo zoudt gij mijn grauwe haren met jammer ten grave doen nederdalen!
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.