Handelingen 26:9

9 Ik meende waarlijk bij mijzelven, dat ik tegen den Naam van Jezus van Nazareth vele wederpartijdige dingen moest doen.

Handelingen 26:9 Meaning and Commentary

Acts 26:9

I verily thought with myself
This seems to be a correction of himself, why he should wonder at their ignorance and unbelief, particularly with respect to Jesus being the Messiah, and his resurrection from the dead, and expostulate with them about it; when this was once his own case, it was the real sentiments of his mind, what in his conscience he believed to be right and just; namely,

that I ought to do many things contrary to the name of Jesus of
Nazareth;
to him himself, to his religion, to his Gospel, and ordinances, and people; by blaspheming his name, by denying him to be the Messiah, by condemning his religion as heresy, by disputing against his doctrines, and manner of worship, and by persecuting his followers.

Handelingen 26:9 In-Context

7 Tot dewelke onze twaalf geslachten, geduriglijk nacht en dag God dienende, verhopen te komen; over welke hoop ik, o koning Agrippa, van de Joden word beschuldigd.
8 Wat? wordt het bij ulieden ongelofelijk geoordeeld, dat God de doden opwekt?
9 Ik meende waarlijk bij mijzelven, dat ik tegen den Naam van Jezus van Nazareth vele wederpartijdige dingen moest doen.
10 Hetwelk ik ook gedaan heb te Jeruzalem, en ik heb velen van de heiligen in de gevangenissen gesloten, de macht van de overpriesters ontvangen hebbende; en als zij omgebracht werden, stemde ik het toe.
11 En door al de synagogen heb ik hen dikmaals gestraft, en gedwongen te lasteren; en boven mate tegen hen woedende, heb ik hen vervolgd, ook tot in de buiten landse steden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.