Jeremia 19:4

4 Omdat zij Mij verlaten, en deze plaats vervreemd, en andere goden daarin gerookt hebben die zij niet gekend hebben, zij, noch hun vaderen, noch de koningen van Juda; en hebben deze plaats vervuld met bloed der onschuldigen.

Jeremia 19:4 Meaning and Commentary

Jeremiah 19:4

Because they have forsaken me
My worship, as the Targum; they had apostatized from God, relinquished his service, neglected and despised his word and ordinances, and left the religion they had been brought up in, and was agreeable to the will of God. This, with what follows, contain reasons of the Lord's threatening them to bring evil upon them, as before: and have estranged this place;
or made a strange place of it, so that it could scarcely be known to be the same, nor would the Lord own it as his; meaning either the city of Jerusalem, to which the prophet was near, and could point to it; or the temple, which was in sight, and which they had strangely abused, by offering strange sacrifices to strange gods; or the valley of Hinnom, the spot he was upon, and which they had alienated from its original use: and have burnt incense in it unto other gods;
to strange gods, the gods of the Gentiles; and this they did both in the city of Jerusalem and in the temple, and very probably in the valley of Hinnom, where they sacrificed their children: gods whom neither they nor their fathers have known, nor the kings of Judah;
of whose wisdom, power, and goodness, neither they nor their fathers before them, nor any of their kings, had had any instance; and whose help and assistance, in times of danger and difficulty, they had had no experience of; and, till now, neither they nor their ancestors had ever owned them, or acknowledged them; nor scarce had heard of their names; nor any of their pious kings, as David, Asa, Jehoshaphat, Hezekiah, and Josiah: and have filled this place with the blood of innocents;
young children that were sacrificed here to idols, as they were in the valley of Hinnom, which seems to be the place principally intended; so that they were not only guilty of idolatry, but of murder; and of the murder of innocent creatures, and even, of their own babes; which was shocking and unheard of cruelty!

Jeremia 19:4 In-Context

2 En ga uit naar het dal des zoons van Hinnom, dat voor de deur der Zonnepoort is, en roep aldaar uit de woorden, die Ik tot u spreken zal;

3 En zeg: Hoort des HEEREN woord, gij koningen van Juda en inwoners van Jeruzalem! Alzo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Ziet, Ik zal een kwaad brengen over deze plaats, van hetwelk een ieder, die het hoort, zijn oren klinken zullen;

4 Omdat zij Mij verlaten, en deze plaats vervreemd, en andere goden daarin gerookt hebben die zij niet gekend hebben, zij, noch hun vaderen, noch de koningen van Juda; en hebben deze plaats vervuld met bloed der onschuldigen.

5 Want zij hebben de hoogten van Baal gebouwd, om hun zonen met vuur te verbranden, aan Baal tot brandofferen; hetwelk Ik niet geboden, noch gesproken heb, noch in Mijn hart is opgekomen?

6 Daarom, ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat deze plaats niet meer zal genoemd worden het Tofeth, of dat des zoons van Hinnom, maar Moorddal.