Jeremia 29:22

22 En van hen zal een vloek genomen worden bij al de gevankelijk weggevoerden van Juda, die in Babel zijn, dat men zegge: De HEERE stelle u als Zedekia, en als Achab, die de koning van Babel aan het vuur braadde;

Images for Jeremia 29:22

Jeremia 29:22 Meaning and Commentary

Jeremiah 29:22

And of them shall be taken up a curse by all the captivity of
Judah which [are] in Babylon
A form of cursing; when they cursed anyone, or wished him ill, it should be in such like manner as follows; so odious and detestable would these men be afterwards to them, whom they, at least some of them, took to be the prophets of the Lord: saying, the Lord make thee like Zedekiah, and like Ahab, whom the king
of Babylon roasted in the fire;
or "burnt them" F4; not at once, but with a slow fire; so the Maccabees were roasted,

``Then the king, being in a rage, commanded pans and caldrons to be made hot: '' (2 Maccabees. 7:3)
Burning persons with fire, and casting them into a fiery furnace, were ways used by the Chaldeans in putting persons to death, ( Daniel 3:6 ) ; and roasting men at a fire was used by the Chinese F5.
FOOTNOTES:

F4 (Mlq) "combussit", Pagninus; "ustulavit", Munster; so Ben Melech says the word signifies "burning".
F5 Martin Hist. Sinic. p. 257.

Jeremia 29:22 In-Context

20 Gij dan, hoort des HEEREN woord, gij allen, die gevankelijk zijt weggevoerd, die Ik van Jeruzalem naar Babel heb weggezonden!
21 Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels, van Achab, zoon van Kolaja, en van Zedekia, zoon van Maaseja, die ulieden in Mijn Naam valselijk profeteren: Ziet, Ik zal hen geven in de hand van Nebukadrezar, den koning van Babel, en hij zal ze voor uw ogen slaan.
22 En van hen zal een vloek genomen worden bij al de gevankelijk weggevoerden van Juda, die in Babel zijn, dat men zegge: De HEERE stelle u als Zedekia, en als Achab, die de koning van Babel aan het vuur braadde;
23 Omdat zij een dwaasheid deden in Israel, en overspel bedreven met de vrouwen hunner naasten, en spraken het woord valselijk in Mijn Naam, dat Ik hun niet geboden had; en Ik ben Degene, Die het weet, en een getuige daarvan, spreekt de HEERE.
24 Tot Semaja nu, den Nechelamiet, zult gij spreken, zeggende:
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.