Jeremia 29:31

31 Zend henen tot allen, die gevankelijk weggevoerd zijn, zeggende: Zo zegt de HEERE van Semaja, den Nechelamiet: Omdat Semaja ulieden geprofeteerd heeft, daar Ik hem niet gezonden heb, en heeft gemaakt, dat gij op leugen vertrouwt;

Jeremia 29:31 Meaning and Commentary

Jeremiah 29:31

Send to all them of the captivity
Another letter; not to Shemaiah, but to the people, that they might all know that he was a false prophet; and how his lies were resented by the Lord; and what punishment should be inflicted on him and his, on account of them: saying, thus saith the Lord concerning Shemaiah the Nehelamite;
the letter, though written by the prophet, must be sent in the name of the Lord, declaring what he would do with the person mentioned, and the reason of it; which follows: because that Shemaiah hath prophesied unto you, and I sent him not,
and he caused you to trust in a lie;
that they should in a very little time return from their captivity to Jerusalem.

Jeremia 29:31 In-Context

29 Zefanja nu, de priester, had dezen brief gelezen voor de oren van den profeet Jeremia.
30 Daarom geschiedde des HEEREN woord tot Jeremia, zeggende:
31 Zend henen tot allen, die gevankelijk weggevoerd zijn, zeggende: Zo zegt de HEERE van Semaja, den Nechelamiet: Omdat Semaja ulieden geprofeteerd heeft, daar Ik hem niet gezonden heb, en heeft gemaakt, dat gij op leugen vertrouwt;
32 Daarom zegt de HEERE alzo: Ziet, Ik zal bezoeking doen over Semaja, den Nechelamiet, en over zijn zaad; hij zal niemand hebben, die in het midden dezes volks wone, en zal het goede niet zien, dat Ik Mijn volke doen zal, spreekt de HEERE; want hij heeft een afval gesproken tegen den HEERE.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.