Jeremia 7:3

3 Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Maakt uw wegen en uw handelingen goed, zo zal Ik ulieden doen wonen in deze plaats.

Jeremia 7:3 Meaning and Commentary

Jeremiah 7:3

Thus saith the Lord of hosts, the God of Israel
The Lord of armies above and below in general, and the God of Israel in particular; wherefore they ought to hearken to what he was about to say, and to be obedient to him: amend your ways and your doings;
or, "make them good" ^F12; which shows that they were bad, and were not agreeable to the law and will of God, to which they ought to have been conformed; and the way to amend them was to act according to the rule of the divine word they were favoured with: and I will cause you to dwell in this place;
to continue to dwell in Jerusalem, and in Judea, the land of their nativity, and in the temple, the house of God, and place of religious worship; but, if not, it is suggested that they should not continue here, but be carried captive into a strange land.

---

FOOTNOTES:

F12 (Mkykrd wbyjyh) "bonas facite vias vestras", V. L. Munster, Pagninus, Montanus; "efficite" Junius & Tremellius, Piscator.

Jeremia 7:3 In-Context

1 Het woord, dat tot Jeremia geschied is, van den HEERE, zeggende:

2 Sta in de poort van des HEEREN huis, en roep aldaar dit woord uit, en zeg: Hoort des HEEREN woord, o gans Juda! gij, die door deze poorten ingaat, om den HEERE aan te bidden.

3 Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Maakt uw wegen en uw handelingen goed, zo zal Ik ulieden doen wonen in deze plaats.

4 Vertrouwt niet op valse woorden, zeggende: Des HEEREN tempel, des HEEREN tempel, des HEEREN tempel, zijn deze!

5 Maar indien gij uw wegen en uw handelingen waarlijk zult goed maken; indien gij waarlijk zult recht doen tussen den man en tussen zijn naaste;