Joël 1:18

18 O, hoe zucht het vee, de runderkudden zijn bedwelmd, want zij hebben geen weide, ook zijn de schaapskudden verwoest.

Joël 1:18 Meaning and Commentary

Joel 1:18

How do the beasts groan?
&c.] For want of fodder, all green grass and herbs being eaten up by the locusts; or devoured, or trampled upon, and destroyed, by the Chaldeans; and also for want of water to quench their thirst: the herds of cattle are perplexed, because they have no pasture;
the larger cattle, as oxen; these were in the utmost perplexity, not knowing where to go for food or drink: yea, the flocks of sheep are made desolate;
which have shepherds to lead and direct them to pastures, and can feed on commons, where the grass is short, which other cattle cannot; yet even these were in great distress, and wasted away, and were consumed for want of nourishment.

Joël 1:18 In-Context

16 Is niet de spijze voor onze ogen afgesneden? Blijdschap en verheuging van het huis onzes Gods?
17 De granen zijn onder hun kluiten verrot, de schathuizen zijn verwoest, de schuren zijn afgebroken, want het koren is verdord.
18 O, hoe zucht het vee, de runderkudden zijn bedwelmd, want zij hebben geen weide, ook zijn de schaapskudden verwoest.
19 Tot U, o HEERE! roep ik; want een vuur heeft de weiden der woestijn verteerd, en een vlam heeft alle bomen des velds aangestoken.
20 Ook schreeuwt elk beest des velds tot U; want de waterstromen zijn uitgedroogd, en een vuur heeft de weiden der woestijn verteerd.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.